Ministerie van leven
  • Home
  • Blog
  • Over ons
  • Regeerakkoord
  • Contact
  • Community

Een steunverlener hoort geen hulpvraag

27/7/2017

0 Reacties

 
Foto
Door: Jan Bransen
Als je een zwaar leven hebt en je draagkracht afneemt, of gewoon soms even op is, of eigenlijk al lang kleiner is dan de last die je te dragen hebt, dan wil je soms gewoon even op verhaal komen. Dan wil je dat er iemand luistert. Gewoon iemand bij wie je terecht kunt met al je sores.

Dat moet liever niet iemand zijn die naar jouw hulpvraag probeert te luisteren. Want een hulpvraag heb je niet. Je hebt een zwaar leven.
Je hebt een steunvraag, wellicht, eerder dan een hulpvraag. Want een hulpvraag is klein en afgebakend. Een hulpvraag is een bureaucratisch construct.

Maar als je zorgen groot zijn en het leven onoverzichtelijk complex, als het leven eigenlijk meer van
​je vraagt dan je dragen kunt, dan wil je ook wel eens onbekommerd voor je uit kunnen praten. En dan wil je dat iemand luistert – luistert naar de complexiteit van jouw leven en de omvang van je zorgen.

Als zo iemand naar je luistert om jouw hulpvraag te achterhalen, dan is de kans groot dat zo iemand niet luistert. Althans niet naar jou. Hoe belangrijk het voor een goede hulpverlener ook is om naar de hulpvraag te leren en te kunnen luisteren – als iemand een zwaar leven heeft, dan heeft hij niet één, maar wel zeven, elf, of negenentwintig hulpvragen. En als jij als hulpverlener dan die ene vraag eruit probeert te halen waar jij met je specialisme iets mee kunt, dan hoor je het meeste niet. Zelfs als je bereidwillig genoeg bent om behulpzaam door te verwijzen naar al die collega’s van jou die ieder iets zouden moeten kunnen met elk van die andere hulpvragen, dan nog hoor je het belangrijkste niet.

Natuurlijk, het kan enorm helpen om een systematisch overzicht te krijgen van hoe de complexiteit van een zwaar leven vertaald kan worden in termen van netjes geïdentificeerde hulpvragen, maar de orde die je daarmee biedt of krijgt, is een orde die door ambtenaren begrepen wordt. Niet door iemand die een zwaar leven heeft. Want als je een onoverzichtelijk complex leven hebt, dan is dat juist omdat alles met alles samenhangt, en omdat het allemaal op jouw schouders drukt.

Als je dan ook nog over het bureaucratische talent moet beschikken om jouw steunvraag uiteen te kunnen leggen in vierentwintig hulpvragen, dan zinkt de moed je helemaal in de voeten. Dan heb je soms alleen maar iemand nodig die naar jouw steunvraag kan luisteren. Die daar de tijd voor heeft en het talent voor heeft.

Als het aan het Ministerie van Leven ligt, dan kan zo iemand best een ambtenaar zijn, een zorgverlener die in alle openheid en alle globaliteit naar jouw steunvraag luistert. Die gewoon echt naar je luistert. Iemand bij wie je met al je sores terecht kunt. En die vervolgens zijn collega’s – maar niet jou! – lastig valt met de vertaling naar desnoods wel vijfendertig hulpvragen die tussen de ambtelijke schotten verdeeld mogen worden.
Zulke steunverleners – daar zouden er wel meer van mogen zijn.

​Jan Bransen heeft dit blog ook geplaatst op zijn eigen website

0 Reacties

Hoe redden we dit talent?

20/7/2017

7 Reacties

 
FotoLilianne Vos
Door Annette Stekelenburg 
V
andaag komt mijn nichtje verontwaardigd binnen :" Ik mag helemaal niks bijverdienen met mijn Wajong uitkering, ik heb een waarschuwing van het UWV gekregen omdat ik het niet goed heb opgegeven." Mijn nichtje, Lilianne, is zwaar dyslectisch. Dat is onderdeel van de spierziekte waar onze familie helaas mee belast is.
 
Een valse start in het onderwijs
Toen mijn nichtje een jaar of zeven was bleek dat zij niet goed kon lezen. Rekenen vond ze ook best lastig. Ze bleek een hele zware vorm van dyslexie te hebben. Van speciale programma’s voor dyslexie zoals Kurzweil, had de basisschool in die tijd nog nooit gehoord, dus werd ze naar het speciaal onderwijs verwezen. Elke dag kwam het busje de straat inrijden om haar op te halen. Vijf jaar later werd er geen kind meer met haar dyslexieprobleem naar het speciaal onderwijs doorgestuurd, die worden nu in het reguliere onderwijs beter begeleid.
 
Na het speciale basisonderwijs ging ze naar de middelbare school. Een reguliere school, die gelukkig een beetje mee wilde werken en het eerste Kurzweil pakket aangeschafte. Ik zie mijn schoonzusje nog alle boeken en  toetsen inscannen en bewerken. Wat een klus, maar ze moest wel, want niemand op school had er verstand van. In vier jaar tijd haalde mijn nichtje het VMBO kader diploma, richting kunst en cultuur. 

Een creatief talent
Na de VMBO ging ze naar een MBO opleiding richting vormgeving. Ze is namelijk gezegend met een heel groot talent. Dat talent uitte zich in prachtige ontwerpen. Tekenen, schilderen, knutselen, kunstwerken maken, fotograferen, het was toen al haar lust en haar leven en ze kan het als geen ander. Ze haalde op die vakken dan ook hele hoge cijfers. Aan het eind van het derde jaar ging het mis. De school gaf aan dat ze nooit voldoende zou scoren op haar rekentoets en engels. Hiermee hield haar schoolleven op. Ze mocht niet verder studeren voor het vak waar ze zo goed in was enkel omdat ze een beperking had op een stuk waar ze best hulp bij kon vragen.
 
Met Wajong op de bank
Ze kwam thuis te zitten. Ik heb me als tante zo vaak verdrietig en boos gevoeld om het feit dat iemand met zo’n uitzonderlijk talent, niet meer verder mocht leren. Dat ze geen vrijstelling kreeg voor engels is mij tot op de dag van vandaag een raadsel. De school schermde ermee dat het niet mocht. En daarmee was de kous af. 
Ze werd gedeeltelijk afgekeurd en krijgt nu een Wajong uitkering. Inmiddels woont ze op zichzelf en besteedt haar tijd aan vrijwilligerswerk bij de dagopvang voor ouderen en de manege voor gehandicapten.
 
Wie zonder fouten is…..
En nu kwam ze dus boos mijn kamer binnen. Ze had na heel lang zoeken een klein baantje gevonden. Daar was ze hartstikke blij mee, want ze voelde zich aan de zijlijn staan. Behalve dat mensen haar zo heel af en toe vragen om iets in de vormgeving te doen, komt ze daar niet verder in zonder diploma. Ze is niet een type om haar eigen bedrijfje te starten. De realiteit van haar situatie kwam bij haar binnen. Ze brieste: ik heb een waarschuwing gekregen van het UWV en ik mag helemaal niets bijverdienen. Ik moet alles inleveren.
Wat was er aan de hand? Mijn nichtje kan dus niet goed lezen. Daarom had mijn schoonzus de taak op zich genomen om het UWV te informeren over de baan van mijn nichtje. Daar blijkt wat mis gegaan te zijn. Mijn schoonzus is ervan overtuigd dat ze het netjes gemeld heeft, maar het UWV heeft niks ontvangen en dus volgt er een reprimande.
Mijn schoonzus gaat erachter aan en legt het uit. Reactie van het UWV is : niets mee te maken. Mijn nichtje is verantwoordelijk om het op te geven, dus die krijgt een standje. Ze krijgt een brief dat als ze de komende 2 jaar weer iets niet opgeeft, ze een boete krijgt. Ze wordt behandeld alsof ze willens en wetens de boel belazert. Dat is nou juist wat me zo dwarszit en dat is ook waarom mijn nichtje zo boos is.
 
Beste UWV,
Beste mensen van het UWV. Jongeren die in de Wajong terecht komen , komen daar niet zomaar. Volgens mij weten jullie dat, want jullie voeren zelf de onderzoeken uit en geloof me, die zijn niet mals.
Er is dan dus iets aan de hand met de persoon in kwestie. Dat kunnen beperkingen zijn op hele verschillende terreinen. In het geval van mijn nichtje is dat onder andere op het gebied van lezen. Ze is dus niet in staat om jullie ingewikkelde systeem via de website zelfstandig in te vullen. Maar een telefoontje om te melden dat ze werkt is niet goed. Als er dan vervolgens iets mis gaat met een melding, krijgt ze geen hulp maar een reprimande. Ik denk niet dat dit volgens “de bedoeling” is. Hoe kunnen we nu voorkomen dat dit in de toekomst weer gebeurt?

Daarnaast komen we erachter dat ze inderdaad niets van haar loon mag houden. Dat mag pas als je meer dan 14 uur werkt op minimum loon. Alles wat je minder werkt moet je helemaal inleveren.
Dat voelt voor haar heel onrechtvaardig. “Zelfs bij een bijstandsuitkering mag je nog 25% houden, maar als je ziek bent of gehandicapt kun je net zo goed op de bank blijven zitten”, zegt ze. En ik snap haar reactie. Wie voor een dubbeltje geboren is…..


En dan nog even dit:
Vanaf 2018 wordt de Wajong uitkering met 5% verlaagd naar 70% van minimum loon. Als verklaring staat er op de site van het UWV het volgende:
“Met de verlaging van de Wajong-uitkering wil het kabinet stimuleren dat mensen die kunnen werken aan het werk gaan. Als u arbeidsvermogen heeft, kunt u misschien met werken iets bijverdienen. Samen met de Wajong-uitkering kan uw inkomen dan hoger zijn dan wanneer u alleen Wajong zou krijgen.”
 
Nawoord
Mijn nichtje vroeg me dit blog namens haar te schrijven en hoopt dat er naar haar geluisterd wordt zodat er niet meer talenten in de knop worden gebroken. Ze hoopt dat ze een heel klein beetje bij mag verdienen zodat ze niet vanwege haar beperking eeuwig op het minimum hoeft te blijven. Meer werken kan ze helaas vanwege haar beperking niet.
​
Foto

​Lilianne Vos,
​beeldend kunstenaar met beperkt fysiek vermogen. 

7 Reacties

In welk hokje zit jij?

5/7/2017

1 Reactie

 
Foto
Door: Inge Vuijk mede oprichter Rehab Academy en auteur Revalideren is leren

​Waarom hebben mensen toch altijd de behoefte om zichzelf in een hokje te plaatsen. Een behoefte om ergens bij te horen of je ergens achter te kunnen verschuilen. Ik ben mantelzorger, ik ben manager, ik ben werkeloos, ik ben met pensioen, ik heb een eigen bedrijf. Ik ontmoet maar zelden iemand die dat niet doet. Als je er over nadenkt is dat eigenlijk heel raar. Wie je bent heeft niets te maken met in welk hokje je past. Die hokjes hebben te maken met de keuzes die je maakt en de dingen die je overkomen. Ze hebben echter niets te maken met hoe je in het leven staat en waar je gelukkig van wordt. En toch begrijp ik het wel. Van kind af aan worden we in hokjes ingedeeld. In klassen op basis van leeftijd. In niveau op basis van prestaties. In functies op basis van diploma’s. Gelukkig is die ordening aan het veranderen. Steeds vaker hoor je dat er gekeken wordt naar individuele talenten door een leerkracht, een bedrijf of door de maatschappij. Maar die verandering gaat langzaam. Te langzaam naar mijn idee.
 
Ziektebeeld als hokje
Ook mensen met een ziekte of beperking hebben de neiging om zich voor te stellen met hun aandoening. Alsof die van belang is voor wie ze zijn of wat ze doen. In sommige gevallen wordt het zelfs als excuus gebruikt. Volgens mij heeft wie je bent of wat je doet niets te maken met je medische dossier. Wat je toegevoegde waarde is staat los van de aandoening die je hebt. Het gaat veel meer over hoe je ermee om gaat. Toch kan ik ook dit gedrag plaatsen. Wanneer je een ziekte of beperking oploopt word je opgenomen op een afdeling o.b.v. die medische diagnose. De hele zorg is ingericht op basis van ziektebeelden en diagnoses. Al die indelingen staan echter los van wat iemand echt kan, doet, weet en toe te voegen heeft. Hoe je in het leven staat en wat je individuele talenten zijn, daar wordt op dat moment niet naar gekeken. Het ziektebeeld is leidend en niet de manier waarop je in het leven staat.
 
Waarvoor kom jij je bed uit?
Ik was zo blij toen ik hoorde dat het MINISTERIE VAN LEVEN was opgericht.  Een ministerie dat over alle hokjes heen denkt. Een ministerie dat je maar één vraag stelt. Wat wil jij met je leven doen? Die vraag is leeftijdsloos. Die vraag staat los van je ziekte, rol, functie of verzekering. Het is uiteindelijk de enige vraag die er toe doet. Waarvoor kom jij je bed uit? Waar wordt je gelukkig van? Om vervolgens te kijken naar wat en wie je nodig hebt om dat te bereiken.
De vraag doet tegelijkertijd wel een beroep op je eigen verantwoordelijkheid. En laat dat nou net zijn waar het lastig wordt. Eigen verantwoordelijkheid nemen is iets wat we de afgelopen decennia verleerd zijn. De tijd waarin we achterover konden leunen; de tijd van de sociale vangnetten; de tijd waarin je met een vast contract binnen was; de tijd waarin je van het wieg tot het graf verzekerd was voor alles wat je kon overkomen; de tijd waarin je de verantwoordelijkheid voor je ziekte bij de dokter neer kon leggen, ongeacht je eigen leef en eetpatroon. Die tijd is voorbij en dus is er een ministerie van leven dat daarbij aansluit.
 
Reflexiteit
We leven in een tijd waarin niets meer zeker is. Een tijd van aftakeling van verworven rechten of juist een tijd van nieuwe mogelijkheden. Een tijd waarin je zelf je eigen weg kunt bewandelen. Dat vraagt wel dat je je zekerheden en hokjes denken moet opgeven. Het vraagt om buiten de lijntjes te kleuren. Misschien vraagt het wel om zelf de kleurplaat te tekenen en daarna pas te gaan kleuren. Het vraagt om eigen regie en samenredzaamheid en om reflexiteit, een voor mij nieuwe term die ik onlangs voor het eerst hoorde. Reflexiteit gaat vooral over het vermogen om om te kunnen gaan met het onvoorspelbare. Wie reflexief is, staat open voor wat niet planbaar is en heeft de overtuiging daarbij te kunnen vertrouwen op zichzelf en op anderen.
 
Uit je comfortzone-hok
Volgens mij is dit precies waar het ministerie van leven voor staat. Het vermogen om uit het leven te halen wat erin zit, elke dag opnieuw. Of zoals Cruijff ooit zei: ‘als je gelukkig wilt zijn moet je iets gaan doen waar je gelukkig van wordt’. En dus iets anders gaan doen dan datgene waarvan je niet blij wordt en waardoor je je niet gelukkig voelt. Ik heb nog nooit mensen gelukkig zien worden die in een hok gestopt werden of die zichzelf ik een hok plaatsten. Hoog tijd om uit je comfortzone, je hokje, te stappen. Hét moment om je zekerheid overboord te zetten. Het momentum om eigen pad te gaan bewandelen, samen met het ministerie van leven. Ik hoop dat met het ministerie van leven de beweging naar een inclusieve samenleving sneller op gang komt. Een beweging los van alle hokken waar je wel of juist niet in past. Los van alle zekerheden waar mensen lui en passief van worden. Terug naar de bedoeling met een focus op meedoen en er toe doen.
In deze tijd van transitie en chaos heb je de keuze. Sta je op en ga je op zoek naar je eigen bedoeling? Of wacht je af tot iemand anders jou een bedoeling oplegt.
Ik ben Inge Vuijk en ik word blij van ontmoetingen met bevlogen mensen met lef. Wie volgt?
Of creëer ik daarmee juist weer een nieuw hokje?

1 Reactie

    Auteurs

    Annette Stekelenburg  Cora Postema
    ​Gastbloggers:
    Jan Bransen
    ​Erika van de Bilt
    ​Erica Bouma
    ​Freek Lapré
    ​Inge Vuijk
    ​Frank Bluiminck 
    ​Liane den Haan
    ​Monique van Doorn
    ​Henk Nies

    Archieven

    April 2020
    Mei 2019
    April 2018
    Januari 2018
    Oktober 2017
    September 2017
    Augustus 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    April 2017

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Blog
  • Over ons
  • Regeerakkoord
  • Contact
  • Community